Op 9 november jl. is de bundel met dorpsgedichten over Gilze, Rijen, Molenschot en Hulten gepresenteerd
tijdens het Kunstcafé. De bundel is nu voor 10 euro te koop bij Bruna in Rijen en Novy Hapers in Gilze.
De dichtbundel is een initiatief van Rob van Uden. Hij verzamelden een groepje mensen om zich heen die
met hem de redactie vormden, te weten: Mariëlle Doremalen, Jan de Jong en Mark Tittulaer.
Niet alle ingezonden gedichten hebben de bundel gehaald. Toch vonden wij dat de inzet van
de schrijvers en het plezier dat zijn aan het dichten hebben beleefd, beloond mocht worden.
Vandaar dat wij ze een plekje geven op deze website. Als de schrijver hiervoor goedkeuring
heeft gegeven, staat zijn/haar gedicht hieronder vermeld:
Gilze-Rijen Centraal
ln de jaren 60, lang geleden,
op weg naar mijn vakantieland,
stopte de trein bij het perron
van een sfeervol, leuk station.
Komend vanuit een grote stad,
deed dat station me toch wel wat!
Het landelijke trok me aan, dat
goed te zien was door het raam.
Hier wonen, dat zou fijn zijn,
was m'n gedachtegang
einde van de tussenstop,
per trein duurt dat nooit lang.
Vijftien jaren gaan heel vlug,
zeker in zo'n grote stad
en zoals het heelvaak gaat,
de ware kruist je pad.
Ja, en die neemt je zomaar mee,
naar Tilburg, wat een goed idee!
Brabant staat voor gezelligheid,
een huis kopen werd ons beleid.
De opgeslagen gedachtegang,
werd met mijn lot verbonden.
Gilze en Rijen met station,
ons huis werd daar gevonden!
Of het hier fijn wonen is in het dorp
met toen die lange straat?
Ooit het lelijkste dorp van Brabant
volgens Dr. L. van Egeraat,
Het dorp is veranderd, een mooie plaats ontstaan
een plek om fijn te wonen en nooit meer weg te gaan.
Cécile van Almen
De Margriet
Ik werd in Hulten geboren
Groeide op en verlangde naar het wuivende koren
Ik was niet de enige die het licht zag
Er kwamen nog 3 broers voor de dag
Samen werden we groot in een hal
Daar was het iedere avond bal.
We swingden en dansten met elkaar
Dronken zelfs bier, raar, maar waar
Op een dag moest 1 van ons op reis
Het werd grauw en grijs
Met z’n drieën was het niet meer zo leuk
Met die lange erbij, lagen we in een deuk.
Dinsdag was het toen ik opstond.
Letterlijk genageld aan de grond.
Ik stond op een heuvel en keek in het rond.
Mijn maten waren er, allemaal gezond.
Daar stonden we met z’n vieren.
We hoorden de wind door de knoppen gieren
Een trein liet een schrille fluittoon horen.
Gelukkig hebben margrieten geen oren
Inmiddels zijn we heel beroemd.
Aan onze voeten wordt door verliefde paartjes gezoend.
Als logo en beeldmerk kunt u ons vinden.
Dat noemen ze nu verbinden.
John Merkus
Zonder titel
De jouwne' zei mijn dochter
Ik keek om en vroeg haar 'wat'?
Dan is iets van jou mama
Ooh zei ik, bedoel je dat
De tenen krulde in mijn schoenen
Ik bespeurde zelfs kippenvel
'Jouwne' dat bestaat niet lief
Maar jouwe dat kan wel
Oké zei ze onverschrokken
En kleurde rustig door
Dialect dat is me wat
En soms heel slecht voor 't oor
Jeske van Erp
Rijen